Secundaire Huwelijksstelsel
Wanneer je trouwt, ga je een verbintenis aan. Die verbintenis heeft twee luiken: het primaire huwelijksstelsel en het secundaire huwelijksstelsel. Het eerste stelsel omvat alle rechten en plichten die bij wet opgelegd worden, waardoor je er niet van kunt afwijken. Het secundaire stelsel, daarentegen, mag je zelf vormgeven.
Secundaire Huwelijksstelsel
Je hebt de keuze uit verschillende regelingen voor het secundaire huwelijksstelsel. Bepaal wat het best bij jullie past: het wettelijke stelsel of een contractuele regeling.
Het wettelijke stelsel
Geen huwelijkscontract? Dan volg je automatisch de wettelijke regels. In grote lijnen wordt alles wat vóór het huwelijk werd verkregen beschouwd als je eigen vermogen, terwijl alles wat na het huwelijk wordt verworven gemeenschappelijk is.
Een contractuele regeling
Stel je liever een huwelijkscontract op? Dan heb je diverse mogelijkheden, waaronder een scheiding van goederen of een scheiding van goederen met beperkte gemeenschap. Zo kun je preciezer bepalen hoe jullie bezittingen beheerd worden.
Het wettelijke stelsel
Bij het wettelijke stelsel worden alle bezittingen van beide echtgenoten verdeeld in drie categorieën: het eigen vermogen van iedere echtgenoot en het gemeenschappelijke vermogen. Alle bezittingen waarvan niet bewezen kan worden dat ze eigen zijn, worden geacht gemeenschappelijk te zijn.
Met andere woorden is er een vermoeden van gemeenschap: al wat niet duidelijk als eigen vermogen kan worden aangetoond, valt onder het gemeenschappelijke vermogen.
Bestuur van de vermogens
In het wettelijke stelsel is er dus een onderscheid tussen je eigen vermogen en het gemeenschappelijke vermogen. Je beheert je eigen vermogen zelfstandig, maar let op: je moet rekening houden met de verplichtingen uit het primaire huwelijksstelsel. Zo mag je niet zonder toestemming van je echtgenoot over de gezinswoning beschikken, zelfs als die tot je eigen vermogen behoort.
Voor het gemeenschappelijke vermogen onderscheiden we drie vormen van bestuur: concurrent bestuur, alleenbestuur en gezamenlijk bestuur.
Concurrent bestuur
In principe mag elke echtgenoot zelfstandig beslissingen nemen over het gemeenschappelijke vermogen, zolang dit in het belang is van het gezin. Zo kun je zelf een lening afsluiten als dat bijvoorbeeld ten goede komt aan de opvoeding van de kinderen. Alle schulden die voor het gezin zijn aangegaan, worden eveneens gemeenschappelijk.
Alleenbestuur
Soms mag maar één echtgenoot beslissingen nemen over een deel van het gemeenschappelijke vermogen. Zo is je eigen loon gemeenschappelijk, maar mag alleen jij het beheren. De andere echtgenoot heeft er geen zeggenschap over.
Gezamenlijk bestuur
Bij sommige belangrijke beslissingen met cruciale juridische gevolgen (zoals het aangaan van een lening of het overdragen van een hypothecaire schuldvordering) is de toestemming van beide echtgenoten vereist.
Let op: als een consumentenlening noodzakelijk is voor de huishouding of de opvoeding van de kinderen, heb je in principe niet de toestemming van je echtgenoot nodig om deze af te sluiten (concurrent bestuur). Toch is het in de praktijk vaak een goed idee om samen de kredietovereenkomst te ondertekenen.
Lees ook: Wat is het primaire huwelijksvermogensstelsel?
Klaar om je mogelijkheden te verkennen?
Of je nu een lening wilt afsluiten of meer informatie zoekt over financiële verplichtingen in je huwelijksstelsel: Finday.be staat voor je klaar.
Simuleer je lening online